woensdag 30 december 2015

op zoek naar zelffoltering (11 maanden van te voren)

Het buikje moet weg, ik wil weer tijd voor mezelf en mijn sporten claimen en uiteindelijk wil ik mijn vijfde dangraad in Jiu-jitsu halen. Maar hoe?

Het bleek niet zo gemakkelijk om op het werk en privé ontstane patronen te doorbreken. Mijn vrouw en dochtertje hebben zich tijdens mijn studie aangepast aan mijn leefpatroon. Nu traint mijn vrouw op tijden waarop ik vroeger in de dojo stond met gelijkgestemden.

Een excuus om niet te trainen is makkelijker te vinden als een mogelijkheid zien. Excuses zijn er altijd, soms zijn het interne factoren en soms externe factoren die voor een excuus zorgen. Als vader van een kleine meid ontdekte ik dat de excuses alleen maar makkelijker opstapelden. Deze excuses heb ik altijd kunnen doorbreken door mezelf een uitdagend doel te stellen. Iets waarvan ik overtuigd ben dat ik het kan mits ik ervoor ga trainen.

De noodzaak en de motivatie om aan mezelf te werken waren aanwezig. Dit is een belangrijke component voor het stellen van een doel. Waarom zou je naar een doel toewerken als er geen directe reden of noodzaak voor is? Het is niet voor niets dat Edith Rozendaal motivatie benoemd (Rozendaal, 2013) als een fundament van een sportprestatie.
Wim Hof heeft “inzet” als belangrijke pijler in zijn methode verweven (Hof & Jong, 2015). Inzet krijg je volgens mij doordat je ergens de noodzaak van inziet.

Ik zocht naar een doel waar ik geen vaste trainingstijden voor nodig had. Een doel waarbij ik niet afhankelijk ben van anderen en waar ik op ieder moment van de dag, altijd aan kan werken. Het doel moest ervoor zorgen dat ik er naar uitkeek, maar ook dat het me dwingt te trainen, want ik heb een stok achter de deur nodig. De grootste stok achter de deur is altijd mijn leef omgeving. Als ik eenmaal heb gezegd dat ik iets ga doen, dan ben ik eigenwijs genoeg om alles in het werk te stellen dat ook te doen.

Het doel moet SMART geformuleerd zijn, zodat ik gericht kan trainen en gedurende de trainingen kan inschatten of ik op de goede weg ben. Dat inschatten kan ik doen door een aantal subdoelen te stellen (doelen tijdens de trainingen die ik moet bereiken om te bepalen of ik op niveau ben).
Ik moet voldoende controle kunnen uitvoeren over de weg naar het doel toe en tijdens de uitvoering. Ook heb ik voldoende vertrouwen in mezelf nodig. Ik moet weten dat het doel voor mij haalbaar is. Zie de blogpost “Hoe zie ik het? (nr.1)” 

Bron: http://mudmasters.nl/voorbereiding/voorbereiding/
Ineens schoot het me te binnen: “Ik ga in september 2015 de Mud Masters marathon lopen!”
Het doel was zeker uitdagend genoeg, want ik had zelfs nog nooit een halve marathon gelopen. De langste afstand die ik tot dan toe had gelopen was de 16 km “Breakout run”.

Er zijn voldoende mensen in mijn omgeving waar ik trainingsinformatie vandaan kan halen, waardoor ik controle kan krijgen over mijn doel. Mijn zelfvertrouwen voor dit doel is groot genoeg, omdat ik tijdens de eerdere runs (mudmasters, strong viking, breakout run) iedere keer heb gemerkt dat ik nog energie over had. 
Ook mijn verleden waarin ik tientallen kilometers samen met mijn vader heb gewandeld, sterkten mijn zelfvertrouwen. Ik heb toen geleerd dat het niet meer je lichaam is die bepaald tot hoe ver je door kunt gaan, maar je geest. Je karakter/mentaliteit bepalen wanneer je te veel pijn voelt, je lichaam heeft dat maar te accepteren.

Door mijn omgeving over mijn plannen te vertellen en ze zelfs op facebook te zetten, maakte ik de uitdaging voor mezelf op formaat. Nu wisten zoveel mensen ervan, dat ik geen terugweg meer kon dulden. Een collega van me gaf na twee weken al aan dat hij nu wel vaak genoeg gehoord had dat ik die marathon ging doen. Hij zat net te vaak in de buurt als ik mijn plannen bekend maakte.
Toch had ik het nodig om bij mezelf de juiste mindset te creëren.

Geen opmerkingen: