woensdag 30 december 2015

op zoek naar zelffoltering (11 maanden van te voren)

Het buikje moet weg, ik wil weer tijd voor mezelf en mijn sporten claimen en uiteindelijk wil ik mijn vijfde dangraad in Jiu-jitsu halen. Maar hoe?

Het bleek niet zo gemakkelijk om op het werk en privé ontstane patronen te doorbreken. Mijn vrouw en dochtertje hebben zich tijdens mijn studie aangepast aan mijn leefpatroon. Nu traint mijn vrouw op tijden waarop ik vroeger in de dojo stond met gelijkgestemden.

Een excuus om niet te trainen is makkelijker te vinden als een mogelijkheid zien. Excuses zijn er altijd, soms zijn het interne factoren en soms externe factoren die voor een excuus zorgen. Als vader van een kleine meid ontdekte ik dat de excuses alleen maar makkelijker opstapelden. Deze excuses heb ik altijd kunnen doorbreken door mezelf een uitdagend doel te stellen. Iets waarvan ik overtuigd ben dat ik het kan mits ik ervoor ga trainen.

De noodzaak en de motivatie om aan mezelf te werken waren aanwezig. Dit is een belangrijke component voor het stellen van een doel. Waarom zou je naar een doel toewerken als er geen directe reden of noodzaak voor is? Het is niet voor niets dat Edith Rozendaal motivatie benoemd (Rozendaal, 2013) als een fundament van een sportprestatie.
Wim Hof heeft “inzet” als belangrijke pijler in zijn methode verweven (Hof & Jong, 2015). Inzet krijg je volgens mij doordat je ergens de noodzaak van inziet.

Ik zocht naar een doel waar ik geen vaste trainingstijden voor nodig had. Een doel waarbij ik niet afhankelijk ben van anderen en waar ik op ieder moment van de dag, altijd aan kan werken. Het doel moest ervoor zorgen dat ik er naar uitkeek, maar ook dat het me dwingt te trainen, want ik heb een stok achter de deur nodig. De grootste stok achter de deur is altijd mijn leef omgeving. Als ik eenmaal heb gezegd dat ik iets ga doen, dan ben ik eigenwijs genoeg om alles in het werk te stellen dat ook te doen.

Het doel moet SMART geformuleerd zijn, zodat ik gericht kan trainen en gedurende de trainingen kan inschatten of ik op de goede weg ben. Dat inschatten kan ik doen door een aantal subdoelen te stellen (doelen tijdens de trainingen die ik moet bereiken om te bepalen of ik op niveau ben).
Ik moet voldoende controle kunnen uitvoeren over de weg naar het doel toe en tijdens de uitvoering. Ook heb ik voldoende vertrouwen in mezelf nodig. Ik moet weten dat het doel voor mij haalbaar is. Zie de blogpost “Hoe zie ik het? (nr.1)” 

Bron: http://mudmasters.nl/voorbereiding/voorbereiding/
Ineens schoot het me te binnen: “Ik ga in september 2015 de Mud Masters marathon lopen!”
Het doel was zeker uitdagend genoeg, want ik had zelfs nog nooit een halve marathon gelopen. De langste afstand die ik tot dan toe had gelopen was de 16 km “Breakout run”.

Er zijn voldoende mensen in mijn omgeving waar ik trainingsinformatie vandaan kan halen, waardoor ik controle kan krijgen over mijn doel. Mijn zelfvertrouwen voor dit doel is groot genoeg, omdat ik tijdens de eerdere runs (mudmasters, strong viking, breakout run) iedere keer heb gemerkt dat ik nog energie over had. 
Ook mijn verleden waarin ik tientallen kilometers samen met mijn vader heb gewandeld, sterkten mijn zelfvertrouwen. Ik heb toen geleerd dat het niet meer je lichaam is die bepaald tot hoe ver je door kunt gaan, maar je geest. Je karakter/mentaliteit bepalen wanneer je te veel pijn voelt, je lichaam heeft dat maar te accepteren.

Door mijn omgeving over mijn plannen te vertellen en ze zelfs op facebook te zetten, maakte ik de uitdaging voor mezelf op formaat. Nu wisten zoveel mensen ervan, dat ik geen terugweg meer kon dulden. Een collega van me gaf na twee weken al aan dat hij nu wel vaak genoeg gehoord had dat ik die marathon ging doen. Hij zat net te vaak in de buurt als ik mijn plannen bekend maakte.
Toch had ik het nodig om bij mezelf de juiste mindset te creëren.

zondag 27 december 2015

Honderd en één kilo "ellende" (12 - 15 maanden van te voren)

Eindelijk had ik tijd voor mijn dochtertje en mijn vrouw, eindelijk had ik tijd om me verder te interesseren voor social media en opleiden, eindelijk had ik tijd voor….. alles!
Ik was afgestudeerd en hoefde ineens een hoop dingen niet meer. Nu pas merkte ik hoeveel ik had gelaten voor de studie en hoeveel extra tijd ik ineens had.

Mensen waarschuwden mij voor een “gat” waar ik in zou kunnen vallen, omdat er ineens zoveel extra tijd zou zijn. Ik vulde die tijd echter meteen op met het speuren naar allerlei online middelen die handig zijn voor het onderwijs en verzamelde ze op één grote startpagina.

Ik besefte niet dat ik weer hele dagen achter de computer versleet en verzamelde in drie maanden tijd meer dan duizend online middelen. Na de grens van duizend overschreden te hebben, besefte ik dat ik toch echt meer tijd moest inruimen voor vrouw en kind.

Het was zomer en we hadden een lekker bad in de tuin. Mijn vrouw maakte foto’s van hoe ik samen met Lotte speelde in het water. Toch vond ik deze foto’s niet zo heel erg leuk. Ik had nooit op mijn gewicht en figuur hoeven te letten, want dat was altijd oké. Nu zag ik op de foto’s dat ik geen sportlichaam meer had.

Mijn vrouw heeft een weegschaal, omdat zij altijd de strijd aangaat met ondergewicht. Stiekem ging ik er een keer op staan en mijn conclusie was onverbiddelijk: Het ding is kapot! De batterij is bijna leeg, er zit een draadje los, goedkope printplaatjes in het ding, ik weet niet wat er niet goed aan is, maar dit klopt niet!
Volgens dat ding zou ik honderd en één kilo wegen. Van 83 kilo naar 101 kilo in één studie. Niks hielp, batterij vervangen… in de ochtend of in de avond erop gaan staan… Ik moest er toch echt aan geloven, ik zat boven de “magische grens” mijn gewicht werd niet langer in twee cijfers uitgedrukt.

Hardlopen was geen optie, want het regende en daarbij was het al ver in oktober toen ik echt tot dit besef kwam en ik ga echt niet meer die kou in, die tijd heb ik wel gehad!

Vechtsporten oppakken leek het meest aantrekkelijke middel, maar dan zat ik wel gebonden aan vaste avonden en tijden en dat is lastig plannen als jonge vader. Daarbij waren deze vaste avonden ondertussen door mijn vrouw ingepikt voor haar sport. Behoorlijk irritant te beseffen dat ik degene ben die haar heeft gestimuleerd weer te gaan sporten en daardoor nu mijn vaste trainingsavond mis.

Eén ding was zeker, ik was vast besloten om wat aan deze “ellende” te doen.

zaterdag 26 december 2015

Hoe zie ik het? (nr.1)

Sport en psychologie zijn nauw met elkaar verbonden. Af en toe probeer ik de bij mij bekende theorie te vergelijken met mijn ervaringen. Deze blogposts hebben de titel: “Hoe zie ik het?”.

Mentale kracht

Bron: https://www.politieacademie.nl/kennisenonderzoek/kennis/kennisdossiers/pw/Clypper/Paginas/Clip1-2.aspx

Volgens Rico Schuijers (zie afbeelding hierboven) heb je om tot een ideale prestatietoestand te komen, voldoende controle nodig op de uitvoering van je taak. Als je alles onder controle hebt, is de taak echter niet voldoende uitdagend en kun je verveeld raken. Deze twee pilaren (controle en uitdaging) zijn niet met elkaar in balans als je te weinig of te veel zelfvertrouwen hebt over de uitvoering van de taak. Kortom; de pilaren uitdaging, controle en vertrouwen moeten met elkaar in balans zijn. Te veel of te weinig van één van deze pilaren zorgt voor een disbalans en een minder ideale prestatietoestand.
Deze pilaren liggen continue onder vuur door interne en externe stressoren waar je als sporter weerstand aan dient te bieden.

Spanningsboog


Bron: https://www.crossfitinvictus.com/blog/why-some-athletes-choke-in-competition/
Je kunt invloed uitoefenen op de balans tussen deze pilaren en de weerstand tegen de stressoren door gebruik te maken van “hulpmiddelen/tools”. Deze tools vloeien in elkaar over en ondersteunen elkaar, ze zijn dus niet zo gescheiden als op de eerste afbeelding lijkt. Ook is het niet zo dat bijvoorbeeld de tool “doelen stellen” alleen maar invloed heeft op de pilaar “uitdaging”. Door een goed doel te stellen, krijg je ook meer vertrouwen en meer controle.

Sportpsychologe Edith Rozendaal beschrijft in haar boek “sportgek” een soortgelijke mix van tools. Ook dr. David Servan-Schreiber beschrijft een aantal van deze tools in zijn boek “Uw brein als medicijn” (Servan-Schreiber, 2012) en Wim Hof “the iceman” heeft er een volledig eigen kijk op, maar ook in zijn boek tref ik vergelijkbare middelen aan. De Wim Hof Methode is gebaseerd op: “ademhalingsoefeningen, koude training en inzet” (Hof & Jong, 2015).

Volgens Edith Rozendaal, komen steeds een aantal termen aan bod die fungeren als fundament van een sportprestatie: Motivatie, concentratie, zelfvertrouwen en energiemanagement (Rozendaal, 2013). Ze gebruikt iets andere bewoordingen als Rico Schuijers, maar ze passen prima in de eerste afbeelding.
In dit blog maak ik daarom gebruik van de eerste afbeelding om mijn ervaringen met je te delen.

In mijn eerste blog beschrijf ik hoe ik op de wedstrijddag “controle” probeer te behouden in de aanloop naar de start. Ik controleer voor vertrek of ik alles bij me heb, zink diep in gedachten tijdens de rit ernaartoe, zorg voor een goed plekje voor de camper zodat mijn verzorging en aanmoediging ideaal is en trek mijn eigen plan voorafgaand aan de start.

Om die controle te behouden moet ik me niet te veel laten afleiden door wat anderen doen en mijn eigen valkuilen kennen. Ik zorg dat ik een goede startpositie kies, zodat ik niet in deze valkuilen stap.
Mijn valkuilen bij de start zijn: te snel van start gaan, te enthousiast worden door de sfeer, hetzelfde gedrag gaan vertonen als de anderen.
Ik zie de eerste kilometer als warming-up en dus hoef ik vooraf niet te veel te doen. Ik kies positie achterin, zodat ik geen last heb van de "zuigende werking" van mensen die sneller van start gaan. Ik blijf een beetje buiten de groep, zodat ik niet te veel met andere deelnemers in gesprek kom en tijdens de start met hun mee ga lopen zonder hun tempo te kennen.

In mijn tweede blog beschrijf ik mijn achtergrond. Mijn verleden is een stevige basis voor mijn “vertrouwen” in het uitvoeren van deze taak.
Op verschillende momenten heb ik mezelf op sportief en educatief gebied bewezen. Ik ben mentaal sterk en heb een groot doorzettingsvermogen. Het vertrouwen hierin haal ik onder andere uit mijn lange afstandswandelingen, de volharding die ik meerdere malen heb moeten tonen bij het behalen van mijn dangraden voor judo en jiu-jitsu en de manier hoe ik met mijn HBO studie ben omgegaan.

De uitdaging is van voldoende niveau, omdat ik nog nooit een dergelijke afstand hardlopend heb afgelegd, laat staan dat ik onderweg ook nog hindernissen tegenkom. Ik heb wel vaker hindernissen van deze moeilijkheidsgraad behaald in eerdere obstakel runs en ben bekend met het terrein waardoor ik vertrouwen en controle krijg.

Toch lees je in mijn derde blog  dat dit niet direct garantie is voor succes. De interne stressoren vliegen letterlijk om mijn oren en er controle over krijgen lukt nauwelijks.Daardoor dreig ik te veel naar rechts te gaan (als ik daar al niet zit) in het schema van afbeelding 2. Herkenning van de stressoren is nog niet voldoende om er controle over te krijgen.

Bronnen:


Hof, W., & Jong, K. d. (2015). Koud kunstje. Nederhorst: Lucht bv.

Rozendaal, E. (2013). Sportgek. Utrecht: Tirion Uitgevers.

Servan-Schreiber, D. (2012). Uw brein als medicijn. Utrecht/Antwerpen: Kosmos uitgevers.

vrijdag 18 december 2015

Ademen als een gek! (0 tot 5 km)

Ik spring over de eerste strobalen ("jump overs") en denk direct aan de tip die ik 11 maanden geleden kreeg: “Neem de hindernissen met zo min mogelijk schokbelasting, je kunt makkelijk ergens vanaf springen, maar 42 km lang gaat dat toch vervelend worden”. Ik stap dus rustiger af terwijl de meesten eroverheen proberen te vliegen. Het voelt raar om het anders te doen als de rest, maar dit is mijn uitdaging, niet die van hen.
Na de strobalen komt het water ("wet feet"), uit voorgaande edities weet ik dat mensen schrikken van de kou en de diepte en dat hier een opstopping volgt. Vlak voor de waterhindernis zie ik een bekend gezicht, het is de jongen/man waar ik tijdens de breakoutrun anderhalf rondje mee heb opgetrokken. Ik groet hem en hij groet mij enthousiast terug: “Hé! Je hebt je toch aan je belofte gehouden?” Hij vertelt dat hij vanochtend wakker werd met griep, maar toch maar is gestart en vraagt of ik goed ben voorbereid. “Mwah”, antwoord ik… “kon beter”.. en we stappen samen het water in. 

Om mij heen hoor ik gegil en zie ik mensen proberen hun oksels droog te houden. Ik laat me tot aan mijn nek in het water zakken en adem langzaam en diep. Ik denk aan Wim “the iceman hoff” en zijn boek, de temperatuur valt me mee.  Honderd meter verderop stap ik uit het water en merk ik dat ik de bekende van de breakoutrun nergens meer zie, jammer.



Direct na de waterhindernis moeten we in de modder onder het prikkeldraad doorkruipen. Ik merk dat mijn ademhaling hoog zit en probeer hem te controleren. Ondertussen moet ik iets dieper doorzakken als de rest, omdat ik met rugzakje loop en ik wil natuurlijk niet vast komen te zitten.
Als ik overeind kom zie ik dat de modder nog niet direct afgelopen is. Ik kijk om me heen en stel vast dat het in ronde twee en drie hier een vele grotere bende zal zijn als dat het nu is. Een paar duizend man door dezelfde modderpoel zorgt altijd voor een groter modderfeest. Mijn ademhaling is nog steeds te snel!

Een snelle ademhaling zorgt voor snellere uitputting en ontstaat in dit geval doordat ik meer stresshormonen aanmaak. Ik ben zenuwachtig, ik wil me bewijzen tegenover iedereen waaraan ik heb verteld dat ik deze marathon doe en dat zijn er veel, want ik heb het aan facebook toevertrouwd. Daardoor krijg ik nu mijn ademhaling niet onder controle en eigenlijk is dat gek. Wat heb ik te bewijzen? Wie moet ik imponeren? Waarom is mijn ademhaling niet goed?

We worden een slootje in geleid, waar je achter elkaar moet lopen, je eigen tempo houden gaat niet. Ik moet zelfs een stukje wandelen omdat mijn voorgangers niet sneller gaan. Toch krijg ik mijn te snelle ademhaling niet afgeremd, wat ik ook probeer. “Focus Joost!!”

Daarna komen we bij een houten muur ("great walls") van ongeveer 3 meter hoog, we helpen elkaar eroverheen en ik weet nu al dat dit een plek is waar in ronde twee en drie oponthoud zal ontstaan. Het zou fijn zijn als ik net voor een startwave hier weer ben, dan heb ik geen last van de opstopping. Mijn gevecht met mijn ademhaling gaat onverminderd door.

 Het is lang geleden dat ik zo zenuwachtig ben geweest voor iets, toch weet ik zeker dat ik het vandaag ga doen, dit wordt mijn eerste marathon.
Door langzamer in en uit te ademen kun je ervoor zorgen dat je minder stresshormonen aanmaakt. Als je rustig op een stoel zit, is één in en uitademing per 10 seconden genoeg. Dat zijn dus zes ademhalingen in een minuut. Tijdens inspanning ligt dat tempo natuurlijk hoger, maar ik denk dat ik bijna 30 keer per minuut adem, dat is gewoon te veel.

Doordat ik me zorgen maak om mijn ademhaling, houd ik deze ook nog eens in stand. Op deze manier ben ik waarschijnlijk na een kilometer of tien uitgeput.

zondag 13 december 2015

Wie is die mafkees?

Voordat ik je verder ga lastigvallen met mijn verhaal over 11 maanden fysieke en mentale zelf kastijding, zal ik me even voorstellen. Dit is nodig om te begrijpen hoe iemand die te veel rookt (kun je ook te weinig roken?) en iets aan de zware kant begint te worden op het idee komt een “obstakel marathon” te gaan doen.
Als je me ontmoet lijk ik psychisch toch best in orde, maak ik overwegend veel rationele beslissingen en heb ik geen aspiraties om superman te worden. Wellicht hier en daar een narcistisch trekje, maar wie heeft dat nou niet?

Ik ben Joost Verbrugge, werkzaam als docent gevaarbeheersing op de politieacademie in Apeldoorn. Ik heb naast mijn baan een eigen bedrijfje atemisport. Via dit bedrijf kun je me inhuren als docent in verschillende verdedigingssporten, opleidingskundige met specialisatie in social media voor opleidingskundige vraagstukken en als amateurfotograaf.


Vanaf vijfjarige leeftijd heb ik altijd aan sport gedaan en meestal meerdere verschillende sporten tegelijk.
Sporten die ik heb beoefend zijn: Handbal, voetbal, atletiek (800m en 1500m voornamelijk) wildwaterkajakken, judo, jiu-jitsu, sportklimmen, kick-boksen en lange afstanden wandelen. Deze laatste heeft een belangrijke rol voor mijn vertrouwen in eigen capaciteiten gehad.


Vanaf negen jarige leeftijd ben ik met mijn vader gaan trainen voor de “Kennedymars(80km)” in Sittard. Op tienjarige leeftijd volbracht ik deze tocht voor de eerste keer. Vanaf dat moment wandelde ik samen met mijn vader diverse tochten. De langste tocht die ik drie keer heb volbracht is de Mergellandroute (135 km). Ongeveer op 17 jarige leeftijd kwam een einde aan ons wandelavontuur door mijn studie en de behoefte om te stappen.

Het CIOS te Sittard was de studie die ik volgde. Ik bekwaamde me tot judoleraar en jiu-jitsuleraar en allround sportinstructeur. Direct aansluitend kreeg ik een baan bij de Koninklijke Marechaussee als sportinstructeur. Binnen de Marechaussee gaf ik onder andere lessen in aanhouding en zelfverdediging, maar ook in hindernisbanen en touwbanen. Via dit werk viel ik op en maakte de overstap naar de politie.

Na vijf jaar voor de politie te hebben gewerkt als IBT docent, solliciteerde ik bij de politieacademie. Ik werd aangenomen mits ik een HBO diploma ging halen. Hiervoor kreeg ik 8 uur in de week studieverlof. Net genoeg om de dag naar school te kunnen voor de deeltijd opleiding “Opleidingskunde”.


Ik was pas getrouwd, werkte 30 uur in de week voor de politieacademie. Daarnaast zat ik acht uur per week op school en had een zelfstudie belasting van 15 uur tot 20 uur in de week. Ook had ik een eigen bedrijfje waar ik ongeveer 4 uur in de week mee bezig was. Tel de reistijden van en naar werk en/of school daarbij op en je komt uit op ongeveer 70 uur per week. Het geluk kon niet op, want mijn vrouw raakte in verwachting en we hadden ons eerste huis gekocht. De vierjarige studie betekende voor mij: vier jaar niet sporten.

Vanaf mijn 16 de levensjaar tot het begin van mijn studie (ongeveer 32 jaar oud) woog ik altijd 82 of 83 kilo. Het had weinig nut om op de weegschaal te gaan staan, want de uitkomst was altijd hetzelfde. Ik stond dan ook alleen nog maar op zo’n ding bij medische keuringen of een keer om te kijken of het ding het nog wel goed deed.

Na mijn studie, was ik een diploma rijker en trotse vader van de mooiste, grappigste en leukste driejarige dochter die je je maar kunt voorstellen. Ik had wel gemerkt dat mijn “wasbordje” weg was, maar goed… Dat was nog het minste offer die mijn vrouw en ik maakten om mijn studie binnen de afgesproken tijd te halen.

zaterdag 12 december 2015

"Ready or not... Here i come!" (De start)

De laatste controle van mijn tas: Niks vergeten? Echt alles bij me wat ik mee wil nemen? Mijn vader controleert zijn cameraspullen nog een keer en daarna stappen we de deur uit. In de camper en op weg naar Biddinghuizen. Van de heenweg weet ik niet zoveel meer, volgens mij was het een prettige rit. We kletsten wat en af en toe keerde ik in gedachten. “The nothing box” zoals Mark Gungor het zou noemen. 



We reden de parkeerplaats op en werden helemaal naar de achterzijde gestuurd. Op een evenement waar 14.000 man gaan komen en je ongeveer de eerste bent, betekend dat een eind weg van het startvak. We bedachten snel een smoes dat we de camper niet op gras wilde zetten. Gelukkig trapten de verkeersregelaars erin en wezen ze ons een verhard plekje halverwege het immense parkeerterrein. Later op de ochtend zouden mijn moeder, vrouw en dochtertje van vijf komen. Voor hen zou de camper een uitvalsbasis zijn op het moment dat ik mijn ronde loop. Met een kind van vijf wil je niet te ver heen en weer lopen.

Ik stak nog maar eens een sigaret op terwijl we richting het startvak liepen om mijn startnummer op te halen. Overal om ons heen liepen opgewonden mensen. Vandaag is de dag van Mud Masters, iedereen komt hier naartoe om op eigen niveau een prestatie neer te zetten, lol te beleven, uitdagingen aan te gaan en vooral voor een professioneel modderbad.

Nog steeds half in gedachten liep ik naar de standjes voor de startnummers terwijl mijn vader de eerste foto’s maakte.

De bordjes aan de bovenbalk van de standjes verklappen waar je ongeveer moet zijn voor je startnummer.
Een vriendelijke mevrouw zocht mijn startnummer op en controleerde mijn geboorte datum. 
Er kwam een glimlach om haar mond: “Je hebt precies dezelfde geboorte datum als mijn zoon”. 
Ik bedankte haar voor het startnummer en parkeerde mijn tas ergens op een verhard pad. Het gras was nog nat van de dauw, dus dat was geen verstandige optie.

Even snel een foto maken voor op facebook en instagram en omkleden maar.
Grappig hoe vaak ik naar het toilet moet vlak voor zo’n tocht. Het past ook wel weer bij mij, mijn vrienden en mijn zus lachten vroeger altijd als we gingen stappen om de lading kleingeld die ik mee moest nemen zodat ik vaak genoeg naar de wc kon gaan.
Omkleden, roken en plassen wisselden elkaar af. Dit jaar bleken de marathon mensen een groen hesje aan te moeten trekken, zichtbaar voor iedereen zodat je makkelijker voorrang krijgt bij de hindernissen.

We begaven ons richting de startlijn waar al meerdere sportievelingen bezig waren met de warming-up. Sportieve lichamen razen mij voorbij tijdens hun warming-up. Ik doe wat rekoefeningen en de rest van de warming-up doe ik wel onderweg. De meeste mensen in dit startvak zijn afgetrainde sporters, het “Alpha gehalte” is goed vertegenwoordigd. Ik voel me hier nooit helemaal op mijn plaats: Ik ben niet (meer) volledig afgetraind en ben ook zeker geen Alpha mannetje, al kan ik me voor korte tijd best zo gedragen.

De meeste mensen zijn in groepjes gekomen, ik niet dit is mijn uitdaging die ik op mijn eigen tempo wil volbrengen. Ik weet hoe ik mezelf moet aanpakken, ik weet hoe ik mezelf moet motiveren. Anderen kunnen alleen maar per ongeluk het verkeerde tegen mij zeggen. Ik ben gevoelig voor spraak. Alles wat gezegd wordt komt bij me binnen en categoriseer ik zelf. Met de beste bedoelingen kun je mij de verkeerde aanmoediging geven, waardoor ik geïrriteerd of gedemotiveerd raak. Dat wil ik voorkomen.
Gek eigenlijk, tegen mezelf kan ik alles zeggen en als ik het zwaar heb kraak ik mezelf meestal af om het uiterste uit mezelf te halen, maar een ander kan me bewust of onbewust zo de grond intrappen.

Mijn vader positioneert zich vlak na de startlijn voor een mooie foto, terwijl ik me richting het startvak begeef voor de gezamenlijke warming-up en de opzwepende muziek.

Ik kies voor een plekje achteraan, zodat ik niet te hard mee hoef te doen met de warming-up en direct vanaf het begin de rem erop kan houden. Ik kan niet te snel gaan, want ik heb bijna 500 man voor me die allemaal door een trechter het parcours op moeten komen. 

Ik denk aan mijn voorbereiding die de laatste maanden niet zo lekker is verlopen, ik stel mezelf de vraag of ik wel genoeg in vorm ben. Mentaal is alles prima in orde, de focus is er, de wil om mezelf te pijnigen is er, ik ben kalm genoeg… Fysiek weet ik het niet zeker, maar hoe kan dat ook op je eerste marathon?

Tijdens het aftellen sla ik mezelf een paar keer hard in mijn gezicht en op mijn bovenbenen, ik voel de tintelingen en wordt er zelfs een beetje agressief van. Ik ben er klaar voor!

Daar is het startsein en blazen de rookmachines tijdens de harde muziek op volle toeren. Ik haal een oude motivator van stal en zeg tegen mezelf “Well…. Here goes nothing!” en dan kan ik gaan. Elf maanden voorbereiding moeten er vandaag uitkomen….