donderdag 31 maart 2016

strong viking water edition (deel 2)

De volgende dag startte ik vroeg en dat is extra fijn, want dan staat je auto op de parkeerplaats direct tegen het evenementen terrein. Hierdoor krijg je de keuze om je spullen in te leveren bij de bagage drop off, of de spullen in je auto te stallen.

Het routekaartje leerde me dat ik vlak achter de parkeerplaats 10 km zou hebben afgelegd. Ik liep naar dat punt toe om te kijken of ik daar een niet te missen “markant punt” kon vinden. Vlak na “The platinum rig” moesten we de weg naar de parkeerplaats oversteken. De tweede boom aan mijn linker hand na het oversteken, leek een geschikte plek. Hier legde ik in het iets hogere gras een flacon sportvoeding, omdat ik bang was hem anders onderweg te verliezen.

Ik haalde mijn startbewijs op en besefte ineens dat ik dan wel sportvoeding had, maar geen water om het mee weg te spoelen. Ik had niet voldoende tijd om helemaal terug te lopen, maar kon wel dichter bij de start, op ongeveer 9 km een flesje water verstoppen, ook bij een boom.

Nu was ik er klaar voor! Laat maar komen die run…

Het was heerlijk weer en het eerste stuk van het parcours was voor mij bekend. We liepen een bocht om en daar stond een vrouw te filmen. Een jongen in blote bast die op dezelfde hoogte als mij liep, vroeg of ze een knuffel wilde. De vrouw keek op en trok grappend een vies gezicht. De jongen liep toch op haar af, pakte haar vast, terwijl de vrouw begon te gillen, maar meer een “hou op met pesten gil”. Hij pakte met 1 modderige hand precies op haar borst vast, draaide achter haar en gaf haar een knuffel.

De vrouw leek de jongen niet te kennen. Ik zei tegen 1 van zijn vrienden: “Hij pakt haar ook meteen aan haar borst vast he?” Tja… als hij de kans krijgt… zei de jongen terug en ze liepen weer door. Zij liepen net wat sneller als ik en daarbij wilde ik niet bij dit groepje aanhaken.

De run liep erg voorspoedig, al had ik weer mijn (ondertussen) gebruikelijke kokhalsneigingen nadat ik een stukje banaan gegeten had. Andere runners vroegen bezorgd of het wel ging. Als ik de kans kreeg gaf ik antwoord dat het prima ging en alleen maar smerig klonk.

De quarter pipe ging weer net zo gemakkelijk als gisteren en na de “flying ragnar” kwam ik op nieuw terrein. Daar stond “The iceman”, een container vol ijswater. Ondertussen wist ik dat ik hier prima tegen kon, als ik maar rustig ademde en niet te snel bewoog. Het is een beetje hetzelfde gevoel als het dompelbad in de sauna, alleen dan met kleren aan. Na de hindernis, moet je langzaam je tempo weer terug vinden en niet gelijk op diezelfde snelheid willen wegrennen, zodat je spieren de kans krijgen het weggetrokken bloed eerst weer terug te krijgen.

Vlak daarna vond ik mijn verstopte flesje water. Ik dronk een paar slokken en nam hem mee. Na de “platinum rig” kregen we een paar winegum achtige snoepjes van de organisatie, super!

Vlak daarna was ik op het punt waar mijn sportvoeding verstopt lag. Ook deze vond ik direct, ik nam hem in, want was daar wel alweer aan toe. De kokhalsneigingen heb ik leren accepteren. Een paar meter later zag ik lege flacons op het pad liggen. Zo jammer dat mensen in de natuur sporten en hun rotzooi niet opruimen. Van de andere kant… Waar kun je naartoe met de rotzooi? Ik probeerde mijn flacon en flesje af te geven bij de eerstvolgende obstakel, maar de vrijwilliger had geen flauw idee waar hij het moest laten. Toch drong ik aan, dan leg het maar ergens zodat je het mee kunt nemen als ze de hindernis ophalen.

Weer iets verderop stond de vrouw weer te filmen, met op één borst een modderige handafdruk. Nu wist ik zeker dat ze niet bij die jongens hoorde, want die liepen voor mij. Wat sneu dat zoiets gebeurd… Hoe zou die vrouw dat aan haar man/vriend uitleggen? Als het goed is heeft ze er in ieder geval beelden van… Ik ben ook benieuwd hoe ze er zelf op terug kijkt. Ik krijg er in ieder geval plaatsvervangende schaamte van.

We lopen richting de skibaan nu, daar moeten we een paar keer heuveltje op en af. De route is erg leuk, maar als je kiest voor de 19 km, dan weet je dat je ook best stukken moet lopen waar wat minder obstakels zijn. Van de andere kant zijn er ook een paar meer uitdagende obstakels.

Langzaam begin ik de kilometers te voelen, maar ik kan ze nog redelijk hebben. Weer voel ik hoe sterk ik langzaam wordt. Alle obstakels zijn haalbaar en ik kan alles gewoon hardlopend volbrengen. Af en toe moet ik even door een zure appel heen bijten, maar dat hoort erbij. Jammer dat ik mijn liezen wel weer begin te voelen. Ik hoopte ondertussen daar al vanaf te zijn, maar helaas...



Ik kom bij de “Fjord drop”, een redelijk nieuw obstakel. Een glijbaan van ongeveer 10 meter hoog, redelijk stijl omlaag. Onderaan wordt je de recreatieplas in gelanceerd. Ik krijg tijdens het glijden door de snelheid het gevoel (maar dan veel korter) dat ik herken van het bungee jumpen en de vrije vallen die ik vroeger maakte. Heerlijk zo’n steile glijbaan!

Daarna is het nog maar een stukje tot aan de finish. Het zit er weer op voor deze run. Ik merk dat ik ondanks de blessures langzaam sterker wordt en meer aankan. Dat is een heerlijk gevoel!

zondag 27 maart 2016

strong viking dame (juni 2015)

Wendy was mijn “gezeur” over obstakelruns ondertussen helemaal zat en eindelijk ging ze over stag. We zouden samen een run lopen en dan nog wel op onze trouwdag. Zes jaar getrouwd, vier je in de modder!!! In de week voorafgaande aan de run belde een vriend op dat hij voor de zondag een ticket voor de 19km had, maar geblesseerd was. Dit weekend zou ik dus op zaterdag de 7 km samen met Wendy doen en een dag later de 19 km alleen (zie volgende blog). Dat was meteen een goede test om te bekijken hoe het met mijn blessures was maakte ik mezelf wijs.

We maakten ons klaar voor de start en maakten eerst samen de laatste foto’s voor op facebook. Lotte bleef bij oma, terwijl opa voor ons uit zou sjouwen en foto’s ging maken. Mijn zwager en toekomstig schoonzusje liepen ook ergens op het parcours en mijn schoonouders kwamen ook eens kijken waar nu al die tumult voor was.

Bij de start tilde ik Wendy over de startmuur heen en volgde. Ze had er een lekker tempo in en we kletsten over van alles wat ze zou tegen komen onderweg. Voor de eerste keer door “the mud mile” is altijd wel een spektakel. Mensen proberen zo schoon mogelijk te blijven, terwijl dat dus juist niet de bedoeling is. Na een modderbadje en een keer tijgeren had Wendy wel door dat schoon blijven inderdaad niet ging lukken en ze gaf zich over aan alle modderzooi.
Gelukkig was ik zo vriendelijk haar een handje te helpen met smerig worden…

Het was ontzettend leuk om samen hieraan mee te doen en elkaar over de hindernissen heen te slepen. We hadden afgesproken alles op het tempo van haar te doen en dat viel me dus helemaal niks tegen. Blij verrast huppelde ik achter mijn vrouw aan en ondersteunde waar nodig.
Als je samen een druk leven en een kind hebt, vergeet je nog wel eens vaker samen leuke dingen te doen en dit was weer eens een bewijs dat zoiets vergeten gewoon stom is.

Natuurlijk moest Wendy wel wennen om je staande te houden op de modderige paden, maar de meeste hindernissen deed ze volledig op eigen kracht en ze hield zich op het pad kranig overeind.
Wat een ontzettend leuke zesde trouwdag! En wat is het leuk om te merken dat mijn vrouw zo met me meeleeft en me steunt in mijn ronduit idiote uitdaging.

We kwamen mijn schoonouders tegen vlak voor “Storm the castle” en kregen te horen dat ze wel even zouden komen lachen hoe wij van de quarter pipe af zouden glijden. Na even te poseren voor de foto, liepen we op de quarter pipe af.
Ik rende in één keer naar boven en ging op mijn buik liggen om Wendy op te kunnen vangen. Ook Wendy haalde in de eerste poging mijn arm. Wendy klom verder omhoog terwijl ik haar 53 kilo naar boven trok. Zo zaten we bovenop “storm the castle” naar mijn schoonouders te zwaaien, er viel weinig uit te lachen aan onze actie…

Direct daarna mochten we te water en zwommen naar een vlot. Op dit vlot stond een hoge stellage waar we op moesten klimmen. “The viking jump” Ik schat dat het toch 4 of 5 meter de diepte in springen was. Ik was benieuwd of Wendy dit wel zou durven.

Zonder aarzelen klom ze naar boven, even twijfelde ze, maar liet zich prima coachen. Ze sprong en landde prima, direct daar achteraan sprong ik. Helemaal trots op mijn vrouw, zwom ik achter haar aan naar de kant. We klommen “Walhalla steps” op (finish hindernis). Bovenop schalde de muziek uit de speakers en met zijn tweeën deden we een vreugde dansje terwijl ik niet eens kan dansen. Bij het omlaag klimmen zagen we dat mijn zwager en toekomstig schoonzusje ook zojuist waren gefinisht. Dus het feestje werd nog groter.

Lotte bleek weer bijna niet te houden te zijn geweest en wilde ook racen! Diezelfde dag hebben we haar nog ingeschreven voor de familie obstakel run.

Dank je wel voor je lieve en gezellige ondersteuning Wendy, het heeft me goed gedaan!
Wendy heeft in oktober de 13 km Strong Viking Brother edition gedaan met een vriendin. Dit jaar zijn we ook weer samen van de partij bij de water editie!

zaterdag 26 maart 2016

Pezen en spieren zijn geen elastiekjes (mei 2015)

“de grootste uitdaging wordt om 11 maanden lang niet geblesseerd te raken”

Ik herinner me deze uitspraak nog goed. Je kunt keihard trainen, maar je lichaam kan maar een bepaalde mate van training aan. Buiten acute blessures, ontstaan door een eenmalig incident, zijn de chronische blessures echt wel iets waar je voor moet waken.
Een chronische blessure ontstaat vaak langzaam en gaat ook tergend langzaam weer weg als je je best doet. Dit betekend dat ik continue naar mijn lichaam moet luisteren en zijn signalen niet moet onderschatten.

Nu ik zojuist “The last man standing” heb gelopen, is het logisch dat ik builen en schrammen heb. 32 km afleggen door zand, modder en water en veel klimmen en klauteren, zorgt altijd voor wat plekjes.
Maar naast deze plekjes, merkte ik nog wat dingetjes op.
De eerste keer dat ik weer een stukje ging hardlopen, voelde ik na een paar kilometer een zeurderige pijn bij mijn liezen. Ik weet precies wat het is als een spier/pees zo aanvoelt: “Ik ben een blessure aan het kweken” ik heb alleen niet zo’n goed idee hoe ik juist deze spiergroep goed op temperatuur kan brengen voordat ik ga hardlopen. Hoe geef ik deze spieren ook voldoende rust? Ik moet nogal veel bewegen voor mijn vak en alleen als ik die spier in zijn uiterste stand breng voel ik hem.

Een ander gek pijntje was dat ik af en toe door mijn knie zakte als ik een trap afliep. Ook deze kan ik niet goed thuis brengen. Heel af en toe bij een diepe “Lunge” voelde ik hem, maar meestal was er niets aan de hand. Ik kon 10 keer een trap aflopen en maar één keer door mijn knie zakken en dat was dan ook nog eens de derde of vierde keer en niet de tiende keer. Dus erg onvoorspelbaar en daardoor ook niet goed aan te wijzen waar de pijn dan precies zit, maar hij was er wel.

Beide blessures vertelden mij in ieder geval tijdens de komende trainingen uit te kijken en goed naar mezelf te luisteren. Ook was het weer een bevestiging dat de krachttraining van belang bleef. Sterkere spieren kunnen meer opvangen.

Tijdens de krachttraining merkte ik dat in één van mijn ellebogen een oude blessure weer ging opspelen. Ik heb een aantal jaren geleden een “Golf arm” gehad. De pijn die je dan voelt, zit precies op één punt. En juist dat punt begon weer pijn te doen als ik pull-ups deed (aan een stang hangen en jezelf optrekken tot je kin boven de stang uitkomt). Dat is wel erg lastig, want dat is net een krachtoefening waar ik niet erg sterk in ben en eentje die ik hard nodig heb. Tijdens een obstakel run moet je je eigen lichaam nogal eens optrekken namelijk.

“The last man standing” en de trainingen vooraf eisten nu hun tol. Ik moest wel even een stapje terug doen om mijn lichaam goed te laten herstellen.
Dit viel trouwens tegelijk met het completeren van een gezamenlijk boek die ik samen met andere docenten gevaarsbeheersing maakte. 
Soms vraag ik me wel eens af of ik niet wat teveel in één keer doe… 
Door de afrondende fase van dit boek, werd toch al een heel deel van mijn vrije tijd opgeslokt. Wellicht dat ik in deze periode minder getraind heb als ik daadwerkelijk aankon ondanks de blessures.


Door “The last man standing” was ik zeker van mijn zaak geworden. Ik zou die marathon gaan halen!
Dit is volgens mij direct ook het nadeel van subdoelen stellen: 
Het kan je zoveel vertrouwen geven dat je daardoor minder focus op je doel legt.

donderdag 17 maart 2016

Eat me... (de marathon 30 tot 32 km)

Tijdens de breakout run heb ik het rugzakje geen moment als vervelend ervaren. Natuurlijk moest ik hem na een stukje zwemmen wel eens even leeggooien, maar dat was geen probleem.
Mijn schoonmoeder heeft aan de onderkant een aantal waterafvoer gaatjes voor me gemaakt, maar als ik in 1 keer 3 liter water vang, duurt het natuurlijk lang voordat dat er weer uit is. Nu na 30 km begint hij me toch af en toe te vervelen. Vandaar dat ik hem vlak van te voren even afgooide.

Ook al verveeld hij af en toe, ik wil niet zonder! Nu sta ik even bij mijn “supportersgroep” en krijg ik een krentenbol en een paar bemoedigende woorden en dat is ontzettend fijn. Maar is dit het moment waarop ik eten en drinken nodig heb?
Het is veel fijner als je zelf de momenten en hoeveelheid kan bepalen. Ik krijg nu maar een halve krentenbol op, maar weet zeker dat ik over een paar kilometer weer wat nodig heb.

Ik heb een strak regime: Iedere drie kwartier neem ik een flacon sportvoeding en drinken doe ik bijna constant. In ieder geval vlak na iedere hindernis neem ik een slok. Blijkbaar heb ik het nodig, want ik heb nog niet hoeven plassen en ben toch al bijna 5 uur bezig.
Dat is dan ook meteen de inhoud van mijn rugzakje; flacons sportvoeding, sportdrank in een camelback en voor alle zekerheid mountainbike handschoentjes voor wat extra grip bij de monkeybars.
Bijkomend voordeel van de rugzak bleek dat je me nu al vanaf grote afstand kon onderscheiden van de rest van de lopers.
Ik heb vanochtend tijdens de start nog maar 1 andere marathon loper met een rugzakje gezien. De meesten kiezen blijkbaar voor de verzorgingsposten onderweg, of hebben hulptroepen langs de kant staan.

Zoals eerder verwoord heb ik me nooit zo voor eten geïnteresseerd. Het was domweg niet nodig, omdat ik toch altijd hetzelfde gewicht had. De extreem lange wandeltochten die ik in het verleden maakte, vroegen niet om speciale voeding, maar om veel voeding.
Voor de uitdaging die ik me nu had gesteld, werd het toch wel tijd om informatie in te winnen…
Gelukkig ken ik veel sportmensen en ook mensen die veel grotere uitdagingen zijn aangegaan als ik. Ik maakte een afspraak en heb me over allerlei poedertjes en middeltjes laten informeren.

Ondertussen had ik al aan meerdere gevraagd hoe het nou precies zat met koolhydraten eten. Een hardnekkig gerucht in mij, bleef maar volharden dat ik de hele week van te voren pasta’s etc. zou moeten eten. Ondertussen was dit gerucht al door meerdere (naar mijn mening) deskundigen bij mij ontkracht, toch was het mijn eerste vraag aan haar.

Zij had de “raid Goulaises” in Vietnam meegedaan toen wij samen werkten. Meer dan 1.000 km afleggen zonder enige vorm van gemotoriseerde verplaatsing en dat in het klimaat van Vietnam. Als iemand het weet…
Ook zij vond koolhydraten bufferen niet nodig.

Van te voren had ik aan de telefoon al gevraagd welke merken sportvoeding ze gebruikte. Zij bleek fan van “Herbalife” omdat er niet zo’n “chemische smaak aan zou zitten… Ze had tijdens het gesprek al wat poedertjes en een paar sportvoeding "gelletjes" voor me meegenomen. De gel gebruikte ze zelf niet, omdat ze daarvan over haar nek ging. Zij hield het bij energierepen.
Ik kreeg alles mee, omdat haar trainingsmaatjes wel met die gel werkten en het juist fijn vonden. Nu had ik een poeder om shakes mee te maken voor de race en een poeder om sportdrank mee te maken voor tijdens de race. Daarnaast nog een energiereep van hetzelfde merk en twee flacons gel.

Haar grootste advies was om alles een keer tijdens een training uit te testen, zodat je weet wat je wel kunt hebben en wat niet. Dit advies had ik al eens eerder gehoord van iemand die soortgelijke evenementen als haar liep. Maar ja… Tijdens wat voor training probeer je nou zoiets?


Zij zelf nam tijdens een race ieder uur een energiereep en hamerde erop dat je jezelf gewoon moet dwingen om te eten, ook als je geen honger hebt.
Daarnaast is het handig om te eten als je toch moet wachten, of even ergens vertraging oploopt. Haar trainingsmaatje had ongeveer mijn lichaamsbouw en dus raadde ze me aan iedere drie kwartier wat te eten, omdat ik anders net te kort zou kunnen komen. Groter lichaam, verbruikt meer energie.

Tijdens de run zouden krentenbollen en wine gums ook enorm goed kunnen helpen. Deze geven snel hun energie af aan het lichaam en zijn nog lekker ook.

Ik neem nog één hap krentenbol, groet mijn supporters, geef nog twee studenten van mij een hand en sluit aan bij een groepje marathon lopers die mij passeren. We hebben ongeveer hetzelfde tempo, kan ook niet anders, want we zijn nu 30 km onderweg.
Het is een redelijk jong groepje, knap dat je dit als groep kunt doen. Je hebt toch ongeveer hetzelfde tempo nodig en op zo’n monstertocht wil je niet te vaak moeten versnellen of vertragen omdat anderen dat willen.

We duiken de sloot in en waden voor de derde en laatste keer naar het einde. Alles wat nu komt, is voor het laatst. Dat is wel een grappige gewaarwording, alles nog 1 keer.
Als ik het water uitkom, ben ik blij dat mijn vader daar foto’s staat te nemen. Ik moet weer een stuk onder prikkeldraad door kruipen. In de tweede ronde bleef mijn rugzak halverwege hangen in het prikkeldraad. Bij dit soort stukken moet je met een rugzak eigenlijk plat op je buik tijgeren, maar daar krijg je na deze afstand steeds minder zin in. Ik geef met plezier de rugzak af en duik onder het prikkeldraad.
Daarna pak ik hem meteen weer aan, neem een slok en sluit weer aan bij het groepje.

vrijdag 11 maart 2016

"The last man standing" (breakoutrun, mei 2015)

Mijn dochtertje Lotte, stond met opa en oma al een paar dagen op de camping die grenst aan het evenementen terrein. Opa en oma vinden het heerlijk om af en toe met hun kleindochter een paar dagen op stap te zijn en Lotte geniet er net zo hard van.
Af en toe kreeg ik via de app een foto toegestuurd van een hindernis die men aan het voorbereiden was. De breakoutrun was in de maak! Voor mij wordt dit een belangrijke race. Ik doe mee aan de “the last men standing” competitie. Dit houdt in dat je vijf uur de tijd krijgt om zoveel mogelijk rondjes van 8 km te lopen. Door deze run, kan ik bepalen of ik op schema lig. Daarna heb ik nog 4 maanden om te trainen.
Het is nog spannender, omdat dit de eerste keer is dat Lotte erbij is en gaat zien waar papa mee bezig is.

De Breakoutrun staat in het teken van gevangenen die proberen uit de gevangenis te ontsnappen. Hindernissen met blaffende honden, muren waar je overheen moet klimmen, zoeklichten, etc. Vorig jaar en het jaar ervoor werd er ook met paintball wapens op je benen geschoten, maar die hindernis zit er dit jaar jammer genoeg niet in.

Ik stapte het startvak in en stond tussen voornamelijk pezige, afgetrainde mensen die al druk bezig waren met allerlei rekoefeningen. Een indrukwekkende line-up, al waren het er niet al te veel (ongeveer 25). Ik was de enige met een rugzakje op mijn rug. Het was voor mij ook de eerste run die ik met een rugzakje ging lopen. Een camelback is altijd prettig tijdens het sporten en ik kon zo ook mijn voorraadje sportvoeding meenemen en op ieder moment dat ik er behoefte aan had iets van nemen.

Het was nog heerlijk rustig op het parcours en af en toe hoorden wij in de verte de volgende startgroep weggeschoten worden. Ik kwam aan de praat met een man van ongeveer mijn leeftijd en vertelde over mijn plannen om de mudmasters marathon te gaan lopen. Hij vertelde dat die marathon een hele leuke ervaring was en dat ik wel zou merken, dat het eerste rondje geen enkel probleem is. De tweede ronde zou echt flink zwaar zijn volgens hem en bij het derde rondje zou je als het ware “vleugels” krijgen. Achteraf terugkijkend kan ik vertellen dat dit voor mij niet de volgorde was.

We kwamen voor het eerst weer in de buurt van de camping en ik verheugde me erop mijn dochtertje te zien. Ik was erg benieuwd of ze het leuk vond om mij zo bezig te zien. Van veraf hoorde ik al een klein meisje schreeuwen: “Papa!!! Kom op papa!!!” We liepen een stukje met een zandzak op onze schouders en gingen daarna te water om een vlot met bouwwerk op te klimmen, om er vervolgens weer vanaf te springen. Ik zwom daarna door naar de kant, terwijl omstanders riepen dat ik nog wat verder het water door moest voor nog een hindernis, zwom ik door naar de kant. 
Ik moest Lotte even een dikke kus geven. Daarna dook ik weer het water in voor de volgende hindernis.

Het was een leuk en afwisselend parcours, met genoeg mul zand, want dat is één van de kenmerken van de breakoutrun. Maar daar maak je me niet meer gek mee na de “Men of steel”. Bij start/finish werd het eerste kruisje achter mijn naam gezet en ging ik ronde twee in.
Oh, wacht even! Dit is een mooi moment om mijn eerste flacon sportvoeding te pakken. Ik kneep de flacon uit in mijn mond en slikte het met een vies gezicht door. Smakelijk was het niet… Snel even wegspoelen met een paar slokken sportdrank.

Ik vervolgde mijn tocht, maar na ongeveer 20 meter kreeg ik de ene kokhals beweging na de andere. Gelukkig kwam er niks mee omhoog en kon ik dus doorlopen. Na tweehonderd meter was het voorbij. Dus daarom was me verteld het eerst tijdens een training uit te proberen… Nu was dit dan ook wel een training, maar wel een hele lange en waarschijnlijk niet het meest geschikte moment om met zoiets te experimenteren.

Halverwege het tweede rondje kwamen we weer bij de hindernis die ik het meest creatief vond, al zullen heel mensen het niet met me eens zijn. Als organisatie vind ik het slim bedacht: Niet één dranghekje neerzetten, maar 3.000 dranghekken (misschien iets minder) aan elkaar vastbinden met tie-rips, zodat je continu hekje op, hekje af moet. Meesterlijk!

Direct daarna kwam Brabants meest gezellige drankpost. Twee vrouwen van ergens halverwege 40, misschien begin 50 met hun dochters.
 Aan hun reacties merkte je dat ze het allemaal maar heel spannend vonden en ontzag hadden voor wat die gekken hier allemaal deden. Met name die gekken met een gele band om de arm.
Ik bedankte ze voor de goede zorgen en zei “tot straks” ze groetten terug en weg was ik weer. Nadat ik door de watercage was geweest, moest ik toch het overtollige water uit de rugzak halen en besloot ik meteen weer een flacon te nemen. Dit keer deed ik het iets rustiger aan en bouwde iets langzamer mijn hardlooptempo op. Nu ging het goed.

We liepen op een weg langs een zandafgraving. Natuurlijk moesten wij ook hier de zandafgraving in, om daar een paar rondjes te maken en vervolgens weer op dezelfde weg uit te komen. Toen we bijna weer op deze weg uitkwamen, keken we elkaar verbaasd aan.. Op de weg, liep de enige vrouwelijke deelneemster aan “The last man standing”, terwijl we haar voor de watercage hadden ingehaald, liep ze nu voor ons…

Ergens op het stuk daarna ben ik mijn maatje kwijtgeraakt.
We hadden toch een net iets ander tempo en op verschillende momenten behoefte aan eten en drinken. Weer hoorde ik Lotte van verre al roepen, wat heerlijk is dat zeg! Aangemoedigd worden door je eigen dochter, ook al kan ze nog niet helemaal doorhebben wat ik precies aan het doen ben. Bovenop het vlot, hoor ik Lotte aftellen en ik wacht met springen, totdat ze klaar is. Als ik weer boven water kom hoor ik haar gillen: “Goed gesprongen papa!”.
Ik zwem weer naar haar toe en we maken er een gewoonte van om iedere ronde een natte kus te geven.

Steeds meer mensen op het parcours herkennen de gele band om de arm en kijken me met ontzag aan. “Hoeveel rondjes ga je doen?” is de meest gestelde vraag. Steevast antwoord ik “vier” waarna men helemaal vol ontzag naar me kijkt.
De organisatie blijkt heel vaak om te roepen dat je de mensen met een gele armband de ruimte moet geven of voor moet laten. Dat is prettig als er een opstopping is bij een hindernis. Ik moet bekennen, dat ik geen enkele opstopping heb meegemaakt. En dat is best wel een compliment voor de organisatie. Ze blijken er wel geweest te zijn, als ik het terug lees in de reviews, maar die kunnen dan nooit lang zijn geweest, anders was ik ze tegen gekomen.


Vlak voordat ik aan het laatste rondje begin, ga ik mijn lichaam voelen. Ik wordt strammer en alles verloopt wat minder soepel. Dan wordt ik bij het ingaan van ronde vier ook nog aan de praat gehouden door een journalist. Best een kunst om je vragen zo te stellen dat je een sporter een tijdje op zijn plek doet ophouden. Na een minuutje of vijf ben ik het beu en geef ik beleefd aan dat ik doorloop. Als laatste vraag, wilt hij dat ik een stukje een autoband meezeul, voor de foto. Ik stem in en zeg dat ik na de fotograaf de autoband aan de kant gooi en dat hij zelf maar zorgt dat die band weer terug komt. Achteraf blijkt dat de organisatie had bedacht dat iedereen de volledige ronde vier met een autoband moest lopen. Dat is mij nooit duidelijk geworden.


Volgens de journalist lig ik op een zesde plek. Dat is apart, het gaat mij helemaal niet om de competitie tussen de anderen, maar ik vind het toch wel leuk te horen dat ik met de grote jongens mee doe.
Het laatste rondje gaat alles wat moeizamer, maar het gaat nog steeds. Mijn vader staat met zijn camera op een punt waar ik in het water moet springen. Net op het moment dat ik aankom, begint het ineens keihard te regenen. Onhandig pakt hij snel zijn paraplu en sommeert mij even te wachten. Nu ik stil sta, merk ik dat mijn lichaam dat niet wilt. Het is doorgaan of helemaal stoppen.

De laatste keer bij Brabants meest gezellige drankpost is een feestje. De dames staan voor me te applaudisseren en ik krijg nog een extra stukje banaan. Ik bedank ze voor alle goede zorgen en beloof er volgend jaar weer bij te zijn.
De laatste vier kilometer zijn ingegaan en intern vier ik al een feestje. Dat heb ik toch maar weer mooi geflikt! Dit laatste stuk kan mij niks meer gebeuren. Ik zweef als het ware naar de finish.
Daar staat een trotse familie op me te wachten, ik denk zelfs bij mijn vrouw te merken dat ze niet helemaal verwacht had dat ik dit zo even zou doen… Maar ze is voornamelijk trots.
Ik ook op mijn supportersgroep trouwens, die toch maar weer vijf uur voor mij langs een lintje hebben gestaan.

Twee dagen later zag ik de "ranking" en toen moest ik toch wel even lachen…

woensdag 9 maart 2016

Hoe zie ik het? (nr.6)

Niet iedereen concentreert zich op dezelfde manier. Er zijn verschillende voorkeursstijlen die per persoon kunnen verschillen. Zo is de ene persoon van nature extravert en de andere persoon introvert. Als mensen zenuwachtig worden of onder spanning staan, wordt dit verschil nog duidelijker.
Als ik voor school een tentamen moest maken, dan vond ik het vreselijk om bij klasgenoten in de buurt te zijn. Je kreeg dan zowel vooraf als achteraf allerlei vragen over de leerstof op je afgevuurd. Dat wilde ik helemaal niet, want daar werd ik alleen maar zenuwachtig van. Ik vond het dan ook dom als die mensen dat deden. Nu begrijp ik pas dat zij het nodig hadden om over de stof te praten en ik het juist niet nodig had.

Volgens de theorie zijn er vier verschillende concentratiestijlen) (de hieronder genoemde voorbeelden komen uit het boek “Sportgek” (Rozendaal, 2013)):
  • Extern-smal of klein-buiten (bijvoorbeeld: Kijk naar de bal. Hoor de coach) ;
  • Extern-breed of groot-buiten (bijvoorbeeld: Overzicht over je medespelers. Zie de hele zaal. Lezen van de wedstrijd);
  • Intern-smal of klein-binnen (bijvoorbeeld: Ontspan je onderarm. Voel de heupinzet);
  • Extern-breed of groot-buiten (bijvoorbeeld: Voel de vermoeidheid. Bedenk een tactiek);
De ene psycholoog heeft het over extern/intern/smal/breed (Rozendaal, 2013) en de andere psycholoog praat over groot/klein/binnen/buiten (Schuijers, 2013). De termen verschillen, maar de uitleg is bijna identiek. Vandaar dat ik hier beide benamingen gebruik. Binnen de politie gebruiken we de benamingen van Rico Schuijers.

Mijn voorkeursstijl is: “Groot-buiten” Als vechtsport en vuurwapen docent, ervaar ik dit echt als een kwaliteit. Er gebeurd zoveel op zoveel plekken tegelijk, dat ik voornamelijk het overzicht moet houden en ervoor moet zorgen dat er geen grove fouten gemaakt worden. Grove fouten zorgen in een dojo of op een schietbaan voor ernstige verwondingen.
Ik kan natuurlijk niet alles voor zijn, maar ik moet ervoor zorgen dat mensen lekker kunnen trainen en geen blessures of ernstige verwondingen oplopen.
Mijn studenten vragen natuurlijk wel om de details, maar die vind ik pas in tweede instantie belangrijk. Mijn primaire taak is ervoor zorgen dat ik iedereen in de gaten houd en dat lukt me aardig goed.

In mijn sportcarrière heb ik af en toe veel profijt van deze voorkeursstijl gehad en af en toe ook wat nadelen eraan ondervonden. Tijdens het wildwaterkajakken kon ik goed improviseren als de route van mijn boot niet precies zo verliep als vooraf uitgedacht. Alle andere golven en manieren om op het juiste punt uit te komen zaten automatisch al in mijn hoofd.
Bij jiu-jitsu op hoog niveau, wordt ieder detail steeds meer van belang en was het voor mij dus een opgave om daarop te trainen.

Bij hulpverlening (bijvoorbeeld een reanimatie) heb ik ook door wat er om mij heen gebeurd, terwijl ik echt wel geconcentreerd bezig ben met die ene hulpbehoevende. Doordat ik weet wat de mensen om mij heen doen en hoe zenuwachtig zij zijn, weet ik ook de juiste mensen aan te sturen en vraag ik niks aan diegene die alleen maar apathisch staat te kijken.

Tijdens de marathon bleek dat niet altijd de beste voorkeurstijl te zijn. Ik vermoed dat dit één van de redenen is waarom ik zo keihard door mijn enkel ging, waardoor ik best wel eens mijn enkel had kunnen breken.
Gelukkig ligt de stijl “klein-binnen” verder bij mij vandaan, want dan had ik me wel eens lang kunnen concentreren op de pijn die ik voelde (en twee weken later nog steeds) nu was de pijn na een paar honderd meter op acceptabel niveau en kon ik het vergeten.

“Het grappige is nu dat als je de concentratie dreigt te verliezen of als je het lastig vindt om je op dat moment te concentreren, je om de concentratie op te pakken het beste de stijl kunt toepassen die precies het tegenovergestelde is van jou voorkeursaandachtstijl.” (Rozendaal, 2013)

Zoals ik in het blog volledig in harmony beschreef, moest ik in de buurt van de carwash mezelf dwingen om klein-buiten (let op het modderpad) te concentreren, terwijl ik vlak langs een aantal afleiders kwam.
Als ik deze concentratievorm niet bij mezelf had opgelegd, was ik waarschijnlijk op het glibberpad onderuit gegaan.

De aandachtscirkels van Eberspächer gebruik ik om door te krijgen of ik afgeleid ben en hoe groot de afleiding is. Hoe verder ik van mijn taak afdwaal, 
hoe moeilijker het is om weer terug te komen bij mijn taak.

Bron: http://www.anoekdevoogd.nl/artikelen/aandachtscirkels

Er zijn vele interne en externe afleiders die je uit je opperste concentratie kunnen halen. Ik heb er in de afgelopen blogs een heel aantal beschreven.
Voor mij is het sterk van de situatie afhankelijk of ik de afleiding accepteer of niet. Ik mag (zeker op een inspanning van 6 ½ uur) best af en toe afgeleid zijn. Zo lang in opperste concentratie werken kan ook helemaal niet.
Het gaat er wel om dat ik op het juiste moment het koppie erbij heb en niet te ver afdwaal van mijn taak.

Bronnen:


Rozendaal, E. (2013). Sportgek. Utrecht: Tirion Uitgevers.

Schuijers, R. (2013). Als het erop aan komt... Deventer: ...daM uitgeverij.

dinsdag 8 maart 2016

Men of steel run (april 2015)

Ik haal mijn startbewijs en t-shirt op bij het loket aan het strand. De vrouw die mij helpt kijkt me verbaasd aan als ik om een shirt XL vraag (XL past altijd het beste en daarbij heb ik deze ook besteld). Ze haalt me over om toch een Large te passen, want een hardloop shirt moet “lekker strak” zitten…
Het is veel te koud om in mijn blote bast te gaan staan, dus ik doe mijn jas uit en pas het shirt over mijn andere kleding heen. Vooruit, doe maar een maat L (achteraf gezien zit hij toch een tikje te strak).
We liepen nog even over het strand om een aantal hindernissen te bekijken en een visje te eten.

Daarna ga ik terug naar het appartement van één van mijn beste vrienden. Mijn andere beste maatje komt ook en met zijn drieën gaan we uiteten en even lekker bijkletsen onder het genot van een biertje.
Het is veel te gezellig om echt vroeg naar huis te gaan, maar ik heb morgen een stevige run in het vooruitzicht en we maken het daarom ook niet al te laat.

De volgende ochtend wordt ik gewekt met een overheerlijk ontbijt. Het was zo lekker dat ik me na der hand zorgen begon te maken of ik niet veel te veel gegeten had. We vertrokken richting het strand, waar ik 14 km over heen zou moeten hobbelen.


De eerste uitdaging was om een parkeerplaatsje te vinden. Daarna liepen we richting het evenement en zagen een gigantische rij staan voor het hokje waar ik gisteren mijn startnummer had opgehaald. Wat een geluk dat ik een dag eerder ben gekomen! Dit is echt een wachtrij van een uur! Snel stuur ik een appje naar een studente die samen met haar broer ook vandaag aan dit evenement mee doet. Zij starten veel later als ik, dus wellicht hebben ze er wat aan als ik ze tijdig waarschuw.

Op het strand, staat een grote tent als kleedhok, binnen staan kluisjes die je voor €5,- kan huren. De kluisjes zijn echter veel te klein voor de grote tas die ik mee heb, maar gelukkig heb ik geen kluisje nodig, want mijn vrienden houden de tas wel bij hen.
De tent is netjes ingedeeld met twee gescheiden kleedruimtes en ze hebben in iedere ruimte handig waterslangen opgehangen zodat ze goed kunnen fungeren als douche. Het lijkt me wel erg klein voor het aantal mensen dat vandaag hier aanwezig is.

Na een leuke warming-up van 5 “superhelden” bovenop een container is het dan eindelijk zover, ik ben gestart. Ik moet even wennen aan het hardlopen in het mulle zand, want dat vreet toch aardig wat energie.
Ik was benieuwd hoe men de obstakels op het strand goed vastgezet kreeg, maar de organisatie verdient een compliment voor de creativiteit en het handige gebruik van zeecontainers.
Nadat ik voorbij “het Koerhuis” en onder de pier door ben, begint het zachtjes te regenen en steekt er een flinke tegenwind op.

Het mulle zand is een langzame sloper, maar ik voel me goed en voorlopig verloopt alles prima. Toch heb ik even in de duinen een deel van het ontbijt neer moeten leggen om dit goede gevoel te behouden.
Ik loop van de ene creatieve container obstakel naar de andere. En bevindt me ondertussen tussen mensen met ongeveer een gelijk tempo. De regen is weer gestopt, maar de wind snijd in mijn gezicht.
Ik geniet van deze unieke run in een toch wel redelijk uniek landschap.

Het zand begint zijn tol te eisen en af en toe moet ik mijn tempo iets vertragen (ik ben nog steeds op de heenweg). Na een tijdje zie ik het keerpunt direct na een obstakel waar veel mensen voor staan te wachten. Ze hebben twee rijen ringen opgehangen boven een bak water.
Twee mensen tegelijk kunnen deze hindernis nemen en er staan nu al een man of 75 te wachten. Ik besluit de hindernis over te slaan en aan de terugweg te beginnen. Ik ben al aardig vermoeid en wil niet te lang in de koude wind staan afkoelen.

Een paar containers en netten verder, zie ik de drinkpost van de heenweg aan mijn linkerhand en besluit om er toch even langs te lopen. Na een paar slokken, sjok ik weer door het mulle zand terug naar de rand van het water. Hier is het iets prettiger lopen, omdat de zee heeft gezorgd voor een wat vlakkere ondergrond. Ook al is de run pittig en zit de wind niet echt mee, ik geniet met volle teugen.

Vlak voor de pier, is een stuk afgezet, waar je een parcours moet afleggen met een zandzak van 10 kilo. Het ziet eruit als een leuk parcours, maar ook de later gestarte 7 km zou dit stuk af moeten leggen. Ik maak een inschatting in hoe veel mensen tegelijk op het parcours kunnen met een zandzak en hoeveel mensen er staan te wachten. Naar mijn inschatting zou ik hier bijna anderhalf uur wortel staan te schieten voordat ik aan de beurt ben.
Helaas, maar deze sla ik dus ook over. Het is ondertussen wel duidelijk dat de organisatie niet berekend is op het aantal deelnemers.

Ik klim twee zeecontainers omhoog en spring er vanaf om op een groot luchtkussen te landen. Heel erg leuke hindernis, maar ik ben blij dat ik de zandzakken hindernis heb overgeslagen! Als al deze mensen voor me zouden zijn… Zou dit ook weer een uur wachten op hebben geleverd.
Meestal komen mensen bovenop de hindernis er pas achter dat het heel hoog is en durven ze niet meer. Mensen die bovenop een hindernis twijfelen, zorgen voor de grootste oponthoud is mijn ervaring.

Ondertussen ben ik echt wel toe aan de finish, wat is het zwaar om de hele tijd door het zand te lopen! Het volgende obstakel, een half pipe die je op moet rennen, heeft halverwege twee schoenen op losgeraakte uitstekende spijkers hangen. Blijkbaar is er geen hamer in de buurt om de spijkers terug te meppen. Ook deze sla ik over.

Daar zie ik mijn maatjes weer! Het laatste stukje van de run is aangebroken. Na de laatste leuke glijbaan, ga ik de tent in om me om te kleden. 

Even schrik ik en denk me vergist te hebben als ik tegen de blote billen van een voorover gebukte vrouw aan kijk. Maar daarnaast staan twee naakte mannen vrolijk met elkaar te kletsen en daarnaast een half naakte vrouw. 

Deze kleedruimte is wat te vol, dus ik besluit in de achterste kleedruimte te kijken. Ook hier staan naakte en halfnaakte mannen en vrouwen gebroederlijk dicht naast elkaar te douchen en om te kleden. Ook ik begin me af te drogen en om te kleden. Drie sportieve meiden van halverwege de twintig komen naast me staan en doen hetzelfde. Dat is nog eens een prettige afsluiting van de run! 

De organisatie wordt hier later op internet behoorlijk op aangekeken, terwijl zij hebben gezorgd voor twee gescheiden kleedruimten. Het zijn de deelnemers die voor gemengd omkleden hebben gezorgd. Dat niet iedereen daarvan gediend is, kan ik me voorstellen.
In een ander blog lees je hoe een dame deze kleedpartij heeft ervaren.


zaterdag 5 maart 2016

Strong Viking run mud edition (maart 2015)

Hierom zou dit jaar wraak noodzakelijk zijn... 
“Gaan we dit jaar weer met die vikingmutsen op lopen?”
“Ik heb hem nog steeds … “
“Ik heb hem vorig jaar direct na afloop ritueel begraven..”
“Wahahahaha!”
“Joost, ik neem nog wraak op jou voor vorig jaar, weet je nog?”



De berichten blijven komen in de aangemaakte appgroep. We hebben er zin in! Nijmeegse Studenten Jiu-jitsu Vereniging (NSJV) Zanshin doet voor het tweede jaar mee aan de Strong Viking mud edition. Het jaar ervoor had ik het idee geopperd en samen met een aantal mensen uitgelopen.

Ook dit jaar doen we weer mee, met een aantal nieuwe mensen en een aantal die vorig jaar ook meededen. Het is een leuke gemengde groep. Het groepsproces en de lol samen is belangrijker als de prestatie, al denken een paar fanatiekelingen hier anders over. We ontwerpen speciaal voor deze editie een shirt, maar worden het niet echt eens over de juiste kleur. Daarom besluiten we hetzelfde shirt te bestellen, met hetzelfde logo, alleen iedereen in de kleur die hij of zij wilt.

Het is koud en nat en het idee om dadelijk ook nog flink nat te worden valt niet bij iedereen in even goede aarde. Maar we zijn er en we hebben goede zin!
Helaas blijkt de organisatie het een en ander te hebben verandert bij de tassen afgifte, waardoor enorme lange rijen ontstaan. Af en toe komt een onder de modder zittend, bibberend en tanden klapperend zielig hoopje mens naast ons staan om zijn of haar tas op te halen. Deze half onderkoelde personen laten de jonge, onervaren mensen bij de tassen gewoon rustig nog 20 minuten staan blauwbekken.

Over 5 minuten klinkt ons startsein, maar er staan nog steeds zeker 50 wachtenden voor ons, terwijl 10 meter verderop niets te doen is bij de tassen inname, maar ja… Dat zijn andere startnummers he…
We trekken de stoute schoenen aan en proberen de tas daar in te leveren. Gelukkig werkt het! We horen onze startserie al aftellen via de speakers en gebruiken het looppasje naar het startvak als warming-up.

Door het slechte weer van de afgelopen weken, blijkt het reeds ingelopen parcours 1 groot modderbad. Dit beloofd wat… We komen voor de eerste keer door “the mud area” die er niet veel anders uitziet als de rest van het parcours. Normaal gesproken is dit echt wel een flinke hindernis, maar vandaag is het overal veel te modderig.

We plagen elkaar wel nog en gooien af en toe wat met modder, maar lang niet zo fanatiek als vorig jaar. Het klimaat en de omstandigheden nodigen niet uit om even iemand anders in de modder onder te dompelen. Iedereen doet zijn best om een behoorlijk tempo te handhaven zodat we niet te veel afkoelen en plezier hebben we zeker.

De gehele 13 km blijkt één groot modderbad, nergens is een stukje waar je even niet uit hoeft te kijken waar je loopt glibbert of glijd. Het is overal een ramp! Bij “the watercage” besluit bijna iedereen om zijn/haar shirt uit te trekken, zich door het koude water voort te trekken en daarna weer een semi-droog shirt aan te trekken. Het zou best een leuk schouwspel zijn geweest als we het niet allemaal te koud hadden om ons daarmee bezig te houden.
Deze hindernis bleek net één van de livestreams van mysports.tv te zijn. Dus voorlopig zijn de beelden nog wel terug te kijken, haha. Daar kom je natuurlijk pas achter als je met ontbloot bovenlijf uit de watercage komt en het gepiep van je chip hoort. “U staat erop!”

Tijdens de run werden onderdelen dichtgegooid zoals “The Iceman” (een container vol met ijs waarin je kopje onder moet) en “the flying ragnar” Waar je kopje onder gaat in de recreatieplas. Eigenlijk heel erg logisch, al kun je van te voren als organisatie ook wel inschatten dat deze hindernissen in maart niet echt thuis horen. In totaal hebben we vier hindernissen niet kunnen doen omdat ze door de organisatie uit het parcours zijn gehaald.

De "trenches" die echt behoorlijk lang zijn, zaten nog wel in het parcours met tussendoor hele stukken onder het prikkeldraad door, in de modder tijgeren, plat op je buik op de steenkoude, natte grond.
Links en rechts van ons kreeg de ene na de andere deelnemer kramp, of werd van de hindernis afgehaald met onderkoelingsverschijnselen. Sommige metgezellen gingen zelf op de grond liggen, met de onderkoelde deelnemer er bovenop, zodat hij of zij in ieder geval niet op de koude grond lag te wachten op het ambulance personeel.

Onderweg had één van de studenten nog een alleen lopende meid in onze groep opgevangen en meegesleept. Onze gehele groep kwam vermoeid, maar voldaan over de finish en we wisten niet hoe snel we ons warm aan moesten kleden en in de warme auto moesten stappen.
De reviews op obstakels.com waren na afloop erg wisselend. Ik heb een minder positieve review geschreven.

De organisatie van Strong Viking heeft meerdere obstakelruns per jaar en de andere runs waren weer perfect opgezet. De kritiek punten uit de reviews waren zeker verwerkt.

Hulde aan de kanjers van NSJV Zanshin (en de onderweg opgepikte dame) voor het vrolijk uitlopen van deze zware obstakel run!

donderdag 3 maart 2016

volledig in harmony (De marathon 23 tot 30 km)

Ik loop nu tussen allemaal sportieve collega’s. De mensen die dit een keer “voor de grap” doen of zich afvragen of ze deze uitdaging wel aan kunnen heb ik nu wel al achter me gelaten. Het klinkt misschien bot, maar ik bedoel het respectvol. Iedereen die zichzelf uitdaagt, op welk niveau dan ook verdient respect.

Ik loop nu volledige stukken “in the flow” of “op de automatische piloot” zoals ik het eerder beschreef. Er valt niet zoveel over dit gedeelte van de run te vertellen, omdat ik een gedeelte gewoon niet meer weet en omdat ik me compleet in harmony voel met de gehele situatie. Het lijkt alsof ik dit uren vol kan houden. Af en toe kom ik een bekende tegen waar ik even mee praat, of vriendelijk groet. Hier en daar hoor ik complimentjes, of blijken van waardering voor mijn uitdaging (Dat groene hesje valt wel op).

Plotseling voel ik mijn rechter enkel dubbelklappen en een stekende pijn aan de buitenkant van de enkel. Geschrokken verminder ik hinkelend mijn vaart en probeer tijdens een dribbel pasje te voelen hoe ernstig het is. Gelukkig valt het mee, zolang ik mijn voet maar recht neerzet.
Tijdens het versnellen van mijn pas, zit mijn hartslag nog wat hoger van de schrik. “Ik had heel erg gemakkelijk mijn enkel kunnen breken”. Een inwendige vloek en het besef dat ik even niet meer had gedacht aan mijn taak: “Heel blijven”.


Het heeft me wakker geschud en ik focus me nog meer.

De eerste paar honderd meter voel ik nog wel wat van de pijn, maar hiermee kan ik door lopen. Al snel krijg ik weer het gevoel van harmony over me heen en gein ik af en toe wat met andere deelnemers en collega’s.

Bij de “watercage” aangekomen, zie ik een man met een zwarte loopbroek en een zwart strong viking shirt zich te goed doen aan sportvoeding. Op de een of andere manier valt hij me op en ik kijk nog iets beter. Hij ziet me en geeft een knipoog. Direct besef ik dat ook hij de marathon doet, alleen er niet voor gekozen heeft het groene hesje te dragen. Ik zie het aan de manier waarop hij kijkt en beweegt, een sportdocent ziet zoveel aan beweging…. Later leer ik van mijn schoonzusje dat hij een eigen fitness programma op tv heeft (ze herkende hem van een foto die mijn vader vlak na de 30 km maakte).
Hij gaat de watercage in en is alweer weg op het moment dat ik eruit kom.

Bij de “power tower” roept de vrijwilliger die daar staat mij toe: “Je hebt al 24 km gehad! Succes!” Mooi, dit is dus het 6 km punt. De volgende keer dat ik hier kom gaan de laatste 6 km in. Even later ga ik voor de tweede keer door een groot uitgevallen vijver. Langs de rand kun je wellicht net lopen, maar een stukje zwemmen is gemakkelijker.
Op de linkeroever staat een bordje “7 km” waar ik rustig langs zwem. Nu begin ik langzaam vooruit te kijken… Het volgende rondje betekend dit bordje dat ik het heb gehaald. Die laatste 5 km kunnen het probleem dan niet meer vormen… Ik klim uit het water tegelijk met een oud studente van me. We groeten elkaar, kletsen heel even en dan loop ik weer weg, mijn tempo ligt hoger.

Het volgende obstakel is “rings”, een hele rij ringen achter elkaar op een vlot, boven het water. Helaas wordt ik tegen gehouden door de vrijwilligers. Het obstakel is verzakt en we mogen er niet meer op. We moeten door het water, totdat hij weer gemaakt is.
Daarna kom ik bij “horizon climber” een horizontaal touw waar je via apenhang of catcrawl over het water heen gaat. Het begint daar aardig druk te worden nu “rings” eruit ligt. Je mist de spreiding die je normaal hebt omdat Rings tijd in beslag neemt.

Nu ben ik weer echt dicht bij start en finish, ik ben benieuwd of mijn maatjes er nu wel zijn. Ik verheug me op even een praatje en wat aandacht van mijn “Fans”. Het gaat erg goed, al begin ik wel langzaam te voelen dat mijn lichaam vermoeid is. Dat mag ook wel, het is een flinke aanslag en ik voel me nog fitter als toen ik in mei de “last man standing” deed. Verder heb ik nog nooit een dergelijke afstand op een obstakel run afgelegd.

De zon staat hoog aan de hemel als ik bij de “trenches” kom en hier hoor ik dat mijn supporterscrew voltallig aanwezig is, maar iets verderop staat. Vlak na de “splash jump” hoor ik mijn naam roepen. En daar staan ze inderdaad…

Drie meter bij me vandaan, met twee dranghekken ertussen. Ik groet ze en gooi mijn tas naar hun, het is wel lekker om even een paar hindernissen zonder tas te lopen. Ik wil dit avontuur zeker niet zonder rugzak hebben gelopen, maar bij sommige hindernissen is hij wel een beetje lastig. Een klein rondje om het start en finish gebied heen en dan zie ik ze weer, dat weet ik zeker, dat was bij de vorige ronde ook voor iedereen duidelijk. Ik klim de “flyer” omhoog en zoef naar beneden, plof in het water en begin met het stukje naar de kant zwemmen. Ik voel voor het eerst een licht krampgevoel in mijn kuit en herinner mezelf eraan rustig te zwemmen om “heel te blijven”.

Bovenop de modderige wateroever, staat de “carwash” opgesteld. Een stellage met heel veel waterspuiten om de mensen die de finish hebben bereikt schoon te spoelen. Tijdens het omhoog klimmen, zie ik dat het er nu druk is. De zon blinkt op de natte steeds schonere lijven onder de carwash.
Op de oever is het modderig en spekglad, zoals ik al verwachtte in de vorige ronde. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hier en daar een dame in BH en string onder de carwash staan, maar echt kijken kan ik niet. Ik heb de opdracht “heel blijven” en hier kun je overal gigantisch op je bek gaan. Wel jammer…


Nadat ik voorbij de finish ben gelopen, let ik scherp op of ik mijn supporters herken tussen de mensenmassa, maar Ik zie niemand! Hoe kan dat nou? Ik heb mijn rugzak echt wel nodig op die laatste 12 km en… waarom zoeken ze niet naar mij?
Ik twijfel even… Loop ik door naar de startlijn? Misschien wachten ze daar wel… Nee toch? Vorige keer ontmoette ik ze hier… Maar ik zie niemand! Toch maar doorlopen naar het startvak dan. Maar ook daar zie ik ze niet. Ik loop 20 meter terug en kijk nog een keer net voorbij het startvak. 

Zo’n honderd meter verderop zie ik ineens iemand mijn blauwe rugzak in de lucht houden….

Ah! Daar staan ze!