zondag 24 januari 2016

Hoe zie ik het? (Nr.3)

De precieze invloed van “Flow” weet ik niet. Ik heb me nog te weinig theoretisch in dit onderwerp verdiept om hier stevig gefundeerde uitspraken over te doen. Daarbij verschillen de theorieën die ik heb gelezen hier en daar van elkaar. Waarom zou iemand in een “Flow” willen raken? Zoals ik in een eerder blog beschrijf, is het maar de vraag of je dit wilt. Je weet je niet meer alles te herinneren en kan dus ook niet goed bepalen of je in het “hier en nu” hebt genoten.

Van de andere kant vraag ik me af of ik daadwerkelijk iedere minuut van de inspanning die 6 uur en 28 minuten kostte wel wil herinneren.
Tijdens deze “flow” vliegen tijd en afstand voorbij en echte kenmerkende momenten weet ik me nog prima te herinneren. Ik hoor vele sporters over de momenten van “flow” praten als iets fabelachtigs. Er hangt een bepaalde magie om deze momenten heen.



Dr. David Sherman-Schreiber maakte een interessante vergelijking met opium in zijn boek “Uw brein als medicijn”. Zo stelt hij dat lichaamsbeweging invloed heeft op de endorfines, stoffen die afgescheiden worden door de hersenen.

“Het emotionele brein bevat vele receptoren voor endorfines, wat trouwens de reden is waarom het zo gevoelig is voor opium, die onmiddellijk een vaag gevoel van welbehagen en tevredenheid geeft.” (Servan-Schreiber, 2012)

Het verschil tussen opium en deze endorfines, is dat van opium een steeds grotere hoeveelheid noodzakelijk is om hetzelfde effect te bereiken en de receptoren steeds minder gevoelig raken. Hierdoor verliezen de kleine dagelijkse genoegens al hun betekenis. Bij de eigen aangemaakte endorfines zie je een omgekeerd effect: “en mensen die regelmatig aan lichaamsoefening doen, halen meer plezier uit de kleine dingen van het leven.” (Servan-Schreiber, 2012)

Deze vergelijking gaat over lichaamsbeweging en niet zo zeer over de “Flow”. In zijn verdere uitleg lees je dat het belangrijk is regelmatig te oefenen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de minimale hoeveelheid die invloed heeft op het emotionele brein, drie keer per week twintig minuten beweging is.

Over het waarom van die minimaal twintig minuten beweging zegt hij het volgende: “Het doel is de staat van Flow te bereiken die door Csikszentmihalyi beschreven wordt.” (Servan-Schreiber, 2012)

Zou de “Flow” dan het gevolg zijn van de verhoogde afscheiding van endorfine? Dat zou een verklaring opleveren voor dat vage gevoel en het “vergeten” van de exacte gebeurtenissen in dat moment. Dat zou ook een verklaring zijn voor de uitspraken van Edith Roozendaal die ik in een eerder blog citeer.

Het roept bij mij ook de vraag op of je hersenen minder endorfine afscheiden tijdens trainingen die lastig verlopen en trainingen waarin ik alleen maar ellende voelde en mezelf erg zielig vond. Wat dat betreft lijkt me een shot opium nemen dan weer een stuk gemakkelijker.

De tegenstellingen over dit onderwerp vind ik vooral interessant; Edith Roozendaal beschrijft het onderwerp “Flow” in “sportgek” (Rozendaal, 2013) juist in het hoofdstuk dat over concentratie gaat. Ze lijkt het te beschrijven als een “opperste vorm van concentratie”. Je hoort verschillende sporters hier vaker over praten, ze lijken de flow allemaal net iets verschillend van elkaar te ervaren.

Bij het lopen van Kata’s in de vechtsport, heb ik ook wel eens een opperste vorm van concentratie meegemaakt. Het gebeurde zelfs wel eens dat ik zo geconcentreerd was, dat ik het kata liep en gewoon een hele oefening vergeten was zonder het door te hebben. Is dit dan hetzelfde als de “flow of de runners high”? Hier hoefde ik namelijk niet per se 20 minuten voor bezig te zijn zoals Dr. David Sherman-Schreiber beweerd. De sporters in het videofragment hierboven lijken het zelfs al voor aanvang van de wedstrijd te hebben.


Is de “flow” nu juist opperste concentratie, of toch een high vergelijkbaar met opium? Is de “flow” nu pas te bereiken na 20 minuten sporten, of door de focus die je ergens in legt? Als de Flow een opperste vorm van concentratie is, waarom sla ik dan een oefening over terwijl ik hem in de training al zo’n 1500 keer niet vergeten ben? Is de “flow” een resultaat van de duur van de inspanning op een bepaald niveau en is er dus een mate van zekerheid dat je in de “flow” terecht komt, of kun je ook maanden trainen zonder de “flow” te voelen? Is de “flow” nu alleen te bereiken als je positieve gevoelens hebt, of kun je hem ook bereiken door negatieve gevoelens/gedachten zoals ik eerder beschreef?

Voor mij blijft de “flow” een vorm van automatische piloot waarvan ik niet altijd overtuigd ben dat hij me brengt wat ik wil. Toch… dat moment… dat gevoel… die magie… Het heeft wel iets.

Rozendaal, E. (2013). Sportgek. Utrecht: Tirion Uitgevers.

Servan-Schreiber, D. (2012). Uw brein als medicijn. Utrecht/Antwerpen: Kosmos uitgevers.

Geen opmerkingen: