zaterdag 27 februari 2016

Hoe zie ik het? (Nr.5)


Gedachten zijn lastig/niet te stoppen en zijn er voordat je het beseft. Er bestaan mensen die eerder uitdagingen zien en er zijn mensen die eerder oplossingen zien. De afkorting “DIP” staat in dit stuk voor “Denken In Problemen” en de afkorting DIM voor “Denken In Mogelijkheden.”

Gelukkig hebben we van nature beide systemen, alleen is het zo dat de mens één van de twee als voorkeur heeft, noem het een soort “reflex”.
Hiermee bedoel ik dat de eerste gedachten overwegend positief of negatief is. In de afgelopen blogs heb ik bewust een keer in de negatieve zin over mezelf gesproken (Ik ben een vieze junk) en bewust het blog daarna (een beetje met gewichten gooien) de positieve gedachten verandering beschreven.

Wat zou het toch mooi zijn als je invloed kunt hebben op die gedachten… Is het veranderbaar? Is erin te coachen? Volgens de geleerden wel, maar het vereist een gedragsverandering en is dus keihard werken.
Vanuit mijn ervaring met het coachen van mensen, ben ik dezelfde mening toegedaan. Ook een enkele keiharde confrontatie met jezelf kan volgens mij al zoveel effect hebben dat je intrinsieke motivatie sterk genoeg wordt om te veranderen.

DIM-ers hebben vaker “helpende gedachten” als DIP-ers. En toch is het belangrijk te beseffen dat een helpende gedachte alleen maar helpend is, als de gedachte reëel is.

“Zelfspraak is belangrijk in de sport. Je gedachten beïnvloeden je zelfvertrouwen, je doorzettingsvermogen, je focus, je bewegingen en je gevoel.” (Rozendaal, 2013)

Ik maak veel gebruik van zelfspraak, vooral op momenten dat ik het zwaar heb of zenuwachtig ben. In mijn allereerste blog lees je een aantal voorbeelden hiervan.
Ik praat voornamelijk in de negatieve zin over mezelf, waardoor ik gemotiveerd raak het tegendeel aan mezelf te bewijzen. Daarvoor moet ik wel de juiste momenten kiezen, want aan negatieve zelfspraak zit een gevaar.

“Het is goed om je te realiseren dat we doen zoals we ons voelen.” (Rozendaal, 2013)

Positieve zelfspraak gebruik ik vaker om mezelf te richten op mijn taak. Zo beschreef ik in “Heel blijven”. Mijn manier om ervoor te zorgen dat ik geen ondoordachte acties doe en extra voorzichtig ben op de modderige gedeeltes.


Om te bekijken wat je gedachten voor invloed hebben, kun je de 4 G’s van gedachtentraining gebruiken. Hetzelfde model is er ook met 5 G’s, daarom zet ik de vijfde G tussen haakjes, kijk maar wat je zelf duidelijker vind:
  • Gebeurtenis
  • Gedachten
  • Gevoel
  • Gedrag
  • (Gevolg)
Als je aan een bepaalde Gebeurtenis denkt (of die gebeurtenis staat eraan te komen) dan heb je bepaalde Gedachten over die gebeurtenis. Die gedachten geven je een bepaald Gevoel en als Gevolg daarvan vertoon je een bepaald gedrag.

Als je de gedachten die je hebt nu verandert, krijg je een ander gevoel, gedraag je je anders en kan het gevolg dus ook anders zijn.

“Dus je gevoelens worden niet bepaald door de gebeurtenis, maar door het gesprek dat je met jezelf voert over die gebeurtenis (=GEDACHTEN).” (Rozendaal, 2013)

Vechten tegen negatieve gedachten heeft geen zin. Je kunt ze beter tijdelijk de ruimte geven, proberen ze te “parkeren” of te vervangen door andere gedachten. De laatste twee mogelijkheden (parkeren of vervangen) heb ik omschreven in het blog “Legaal high worden”.

Over het algemeen gesproken ben ik een DIM-er zoals je kunt lezen. Ook als DIM-er zijn er echt wel situaties waarin ik het lekker vind om even te saggerijnen en even de obstakels te zien die je in het leven tegenkomt. 

Ik merk alleen dat dit weinig zin heeft en dat je beter de positieve kant van alles kunt benadrukken.

Bron:

Rozendaal, E. (2013). Sportgek. Utrecht: Tirion Uitgevers.

Geen opmerkingen: